ONDERMIJNING/ RATTEN/ GOED VOORBEELD – 18

| jaar 3 | nummer 138 |

| 11-12-2016 | 10.00 uur |


 

| ONDERMIJNING |  

 

louisAfgelopen donderdag was er voor raads- en duoleden een themabijeenkomst over een aantal veiligheid/politie onderwerpen, zoals: de wijkagent, HIC & dynamische verkeerscontrole (High, Impact, Crime), verwarde personen en ondermijning.

Zelf bezocht ik de bijeenkomsten over verwarde personen en ondermijning. Ondermijning kent veel verschijningsvormen waaronder: criminele organisaties die zich vestigen in de organisatie van de overheid en ondermijning van het gezag van de overheid. Het werd mij in het gesprek duidelijk dat veel raadsleden, ambtenaren en bestuurders het mogelijke contact met vermoede criminelen dan maar uit de weg gaan. Je zou maar eens met een verdachte op de foto kunnen komen te staan? Bezoek aan een sportclub met een verdachte sponsor of bezoek aan een buurt met relatief veel bewoners die zich mogelijk niet gedragen zoals we zouden willen, wordt dan al snel vermeden of door de ambtenaar, die adviseert over integriteitvraagstukken, ontraden. Zelf mijd ik niemand die zich naar mij toe correct gedraagt. Het is immers een burger als alle anderen. Ook een verdacht persoon heeft rechten en soms een onderwerp dat politiek/bestuurlijke aandacht vergt. Ik ben er immers zelf bij en bewaak zelf mijn integriteit. Wat mij echter het meeste trof was de discussie over de reactie op burgers die zich onbetamelijk gedragen. Schelden, beledigen, bedreigen enz. Het zal helder zijn dat ook ik vind dat dergelijk gedrag niet hoort. Maar omdat dat dan gelijk bij de politie te melden of aangifte ervan te doen gaat mij wel erg snel. Burgers kunnen, net als politici, emotioneel worden als zij zich geraakt voelen door besluiten van de overheid. Zolang ze van mijn lijf en goed afblijven kan ik veel hebben. Mijn benadering is: wie niet tegen de hitte kan moet uit de keuken blijven. 

Ik stam uit een buurt waar onwelvoeglijke taal heel gebruikelijk was. Het viel mij toen niet eens op. Het was deel van de leefcultuur. Ik verbleef menige woensdagmiddag op politiebureau Sandelingplein aan de Groene Hilledijk te Rotterdam. In mijn jeugd was vrijwel de hele buurt te arm om boetes te betalen. Als ik dan als kind, in de ogen van een agent, iets fout had gedaan kon ik de woensdagmiddag doorbrengen op het bureau en me bezighouden met strafwerk schrijven. Bijna standaard was dat voor mij: “ik mag niet voetballen op het schoolplein”. Het lokaaltje lag vlakbij de receptie van de wachtcommandant. Ik moest mij soms een hele week na schooltijd melden op het bureau omdat ik bijvoorbeeld de euvele moed had van de bagagedrager van de ‘ballenjut’ een pas geconfisqueerde bal te ontvreemden. Bij mijn verblijf kon ik meegenieten van wat er allemaal gezegd/geschreeuwd werd. Ik kreeg er toen en nu geen rode oortjes van. Zelfs van een arrestant die schreeuwde: “dit politiebureau is net als een automaat. Een paar stenen door de ramen en jullie komen vanzelf en ik zit warm”. In mijn wijk werd menigeen voor kelerelijer of klootzak uitgemaakt. Zelf werd ik vaak betiteld als rotjong of hoerenjong. Maar het waren diezelfde mensen die, als mijn moeder weer eens het ziekenhuis indraaide, er gelijk ervoor zorgden dat ik een warme hap kreeg, mijn huiswerk maakte en op tijd naar bed ging. Je een enge ziekte toewensen was heel gewoon maar ik weet zeker dat ze je onmiddellijk  zouden helpen als je die ziekte zou krijgen. Ook mijn moeder zaliger kon er wat van. Ik zal het nooit meer vergeten. Ik werd een keer als twaalf- of dertienjarige samen met mijn schaakmaatje opgepakt onder verdenking van een ernstig misdrijf (het openbreken van een sigarettenautomaat). De politie van bureau Katendrecht wilde mij na uren in de cel, over elven in de avond (onschuldig als ik was) naar huis sturen. Ik noch mijn maatje hadden ook maar één sigaret of een dubbeltje op zak en ik weigerde  te vertrekken. Ik had zo’n bruin vermoeden dat mijn moeder mijn puntje, puntje smoesje nooit zou geloven en ik onbarmhartig zou moeten lijden. Dus ik eiste dat ze mij niet alleen thuis zouden brengen, maar ook op de tweede verdieping aan mijn moeder uit zouden  leggen dat het allemaal een vergissing was. Nadat er aangebeld was had mijn moeder vast in het ‘spionnetje’ gekeken en had een ‘hartverzakking’ gekregen toen ze daarin een politieauto ontwaarde. Ze sloot de verloren gewaande zoon in haar brede armen en vloekte de twee agenten stijf. Zeker toen ze begreep dat mijn speeltje, een aardappelschietertje, in beslag was genomen als ‘gevaarlijk wapen’. Machtspotentaten, hoerenjongen, mietjes, schlemielen waren wel de meest beschaafde woorden en het gebruikte vocabulaire. Toch hoorde ik, toen ik gelijk naar bed werd gestuurd, dat de koffiemolen gedraaid werd. En dat was niet om de kostgangers nog een keer van koffie te voorzien. Nee die agenten hadden wel recht op een bakkie want ze hadden bij nacht en ontij na hun dienst dat rotjong toch maar mooi veilig thuis gebracht. Misschien heeft mijn jeugd mij geleerd dat een grote bek vaker getuigd van een klein hartje dan van iets bedreigends. Ik ben niet zo voor de tere zielen in de politiek, die er alsmaar meer lijken te komen. Stadhuizen op slot en gemeentelijke websites die over raadsleden steeds minder informatie bevatten. Toen ik begon als raadslid stond in de gemeentegidsen van alle raadsleden en wethouders alle informatie. Naam, voornaam, adres, telefoonnummers. Nu lijken die gegevens (buiten achternaam) van wethouders wel staatsgeheim. Veel van de informatie is bij veel raadsleden in het land ook niet meer te vinden. Er wordt dan verwezen naar de griffie of het emailadres. Hoe kan je volksvertegenwoordiger zijn als het volk je niet eens meer direct kan bereiken voor een persoonlijk gesprek? Als politici zich verbergen of bijna onbereikbaar worden, wordt de kloof tussen hen en wiens belangen zij worden geacht te behartigen als maar groter zo niet onoverbrugbaar.

Ook voor een boze burger hoef je zelden bang te zijn. Ik begin mij te schamen voor bange collega’s die zich verbergen achter email- en griffieadressen. Burgers, ook boze, hebben recht op contact met de beslisser! Ik ben niet zo bang voor ‘ondermijning’ en gebruik het zeker niet als excuus om mijn taak als volksvertegenwoordiger te ontlopen.  

Louis van der Kallen

 


 

| RATTEN |  

 

afvalbakIn de november editie van het magazine Riolering stond een stukje over het snel oprukken van de bruine rat. Een beestje dat berucht is voor het overbrengen van de ziekte van Weil en altijd in de omgeving van mensen is te vinden, waar de rat leeft van wat wij weggooien of laten slingeren.

Waar mensen zijn, zijn ratten! De toename kan mogelijk verklaard worden omdat mensen steeds vaker voedselresten weggooien op plaatsen waar dat niet de bedoeling is. Ook in onze regio neemt hij vermoedelijk toe, omdat recent wethouders van twee gemeenten mij hebben verzocht om een overleg over de ratten die ook in de riolen van die gemeenten en in onze watergangen voorkomen en voor toenemende overlast zorgen en een risico zijn voor de volksgezondheid. Reden te meer om afvalverwerking, de gemeentereiniging en handhaving serieus te nemen en bij de bevolking aandacht te vragen voor dit probleem en hun rol bij de aanpak en voorkoming van het probleem.

Louis van der Kallen

 


 

| GOED VOORBEELD – 18 |  

 

Soms ben ik, als raadslid, stik jaloers. Dit keer op wat er gebeurt in de gemeente Tilburg en wel op hoe die gemeente een “klimaatadaptieve herinrichting Kruidenbuurt (fase 2)” aanpak heeft ontworpen. Helaas is het niet op de website van de gemeente Tilburg te vinden. Ook daar valt dus nog het nodige te verbeteren.

Dat laat onverlet dat Buro Bergh een schitterend en vooruitstrevend ontwerp heeft gemaakt voor de herinrichting van de Kruidenbuurt waarbij de facetten van een klimaatadaptieve aanpak, zoals omgang met water en hittestress, vrijwel volledig aan bod komen. Dit is wijkklaar maken voor de toekomst.

In de visie en het plan voor de kruidenbuurt zijn doelstellingen verwoord en uitgewerkt:

  • verminderen kwetsbaarheid voor hitte, wateroverlast en droogte
  • behouden en versterken stedenbouwkundige structuur
  • contact houden met het oude landschap
  • vergroten waarde van het groen
  • vergroten sociale contacten.

Wat mij betreft een voorbeeld om na te streven. Mocht er in Bergen op Zoom een ambtenaar zijn die zegt: laat mij dat moois eens zien, dan kom ik graag met het document langs want dit verdient navolging. Ik ben zelfs bereid het Tilburgse stuk uit te lenen.   

Louis van der Kallen

 


 

| BEANTWOORDE BRIEVEN |

 

22-10
EX ART. 39 VRAGEN, WONINGBOUW SPECIFIEK VOOR JONGEREN, KENMERK PB/16036

ANTWOORD, KENMERK U16-059682


 

25-10
EX ART. 39 VRAGEN, ONMOGELIJKE VERKEERSSITUATIE HALSTEREN, KENMERK PB/16037

ANTWOORD, KENMERK U16-059724


 

28-10
ARTIKEL 39 VRAGEN INZAKE VERKOOP DE BEEKLAAN 14, KENMERK LVDK/16038

ANTWOORD, KENMERK U16-058455


06-11
EX ART. 39 VRAGEN, UITVOERING JEUGDWET, KENMERK PVDK/16040

ANTWOORD, KENMERK U16-060242 

 


Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Eén reactie

  1. Lauran van Schilt

    Hoi Louis,

    In het artikel ‘ondermijning’ herken ik je het best. Als ik zo over het verleden nadenk is het toch eigenlijk best jammer dat je nooit in de Tweede Kamer bent gekomen. Anderzijds natuurlijk wel een geluk dat Bergen op Zoom je nooit is kwijt geraakt. Voor mij ben je nog steeds het goede voorbeeld van een echte sociaal democraat. Ik hoop dan ook, ondanks je leeftijd, dat je er nog eens vier jaar bij doet na de Raadsverkiezingen maar stilletjes hoop ik eigenlijk meer dat de Raadsleden in onze stad eens bij jou in de leer gaan hoe je in de politiek moet staan, handelen en debatteren.

    Groetjes,
    Lauran

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *